Het aantal hoogbouwtorens – torens die hoger zijn dan 70 meter – groeit. Uit onderzoek van Stichting Hoogbouw blijkt dat naast de huidige tweehonderd torens die er op dit moment in Nederland zijn, de komende twintig jaar nog circa vierhonderd op de planning staan. Zo gaan onder meer Amsterdam en Eindhoven steeds meer de hoogte in. Ook wordt in Rotterdam volgend jaar De Zalmhaven, 203 meter, opgeleverd en is er in Den Haag het plan om een hoogbouwbuurt, Central Innovation District genaamd, te realiseren.

Meer woningen op oppervlakte
En het lijkt voor de hand liggend, hoe hoger je met een gebouw de lucht ingaat, hoe meer woningen je op een klein stuk grond kwijt kunt. En des te sneller is de woningvoorraad met de benodigde woningen aangevuld. Maar experts die te maken hebben gehad met hoogbouw, zoals ontwikkelaars, denken dat er te makkelijk wordt gedacht over hoogbouw. Zo wijzen verschillende ontwikkelaars erop dat het soms wel twintig jaar duurt voor een hoogbouwproject daadwerkelijk is gerealiseerd. De lange aanlooptijd, procedures, vergunningen en weerstand van bewoners uit de directe omgeving maken dergelijke projecten heel complex.

Hoge kosten
Bovendien zijn de kosten hoog bij hoogbouw. Waardoor ontwikkelaars zeggen dat een gemengd programma - waarbij 30% sociale huur moet zijn - eigenlijk niet haalbaar is in woontorens die hoger zijn dan 70 meter. En er is altijd de kwestie wat buurtbewoners vinden van een wolkenkrabber in de achtertuin. Bevalt hen dat niet, dan kan één bezwaarschrift een heel project stilleggen.

Doelgroep niet zo groot
De belangrijkste doelgroepen voor woontorens zijn tweeverdieners tussen de 25 en 35 jaar en 55-plussers die terug willen naar de stad. Maar woningmarktexperts voegen daaraan toe dat de groep mensen die voor hoogbouw kiest niet heel groot is. De meeste mensen, zeggen zij, vinden het niet erg prettig om heel hoog te wonen.

« Terug naar het overzicht